Zelf een netwerkkabel maken
Voor niet iedereen is draadloos internet weggelegd. Denk maar aan storingen en de vele andere wifi-routers in de buurt. Een bedraad netwerk biedt dan uitkomst. Netwerkkabels kun je natuurlijk kant en klaar kopen, maar als je met zo’n kabel door de muur heen moet, dan zul je er zelf een stekkertje aan moeten knijpen. Als je weet hoe het moet, is het vooral een kwestie van geduld.
Zoals met zoveel zaken, is goed gereedschap het halve werk. Om een ethernetkabel te kunnen knijpen heb je uiteraard een ethernetkabel zelf nodig, een paar RJ45-connectors (zorg dat je er genoeg hebt want de kans dat het in één keer helemaal goed gaat is gering) en een UTP-tang. De kabel en de connectoren kun je gewoon om vragen bij de elektronicawinkel, de UTP-tang is wellicht handiger om even te lenen van een kennis, want als het goed is gebruik je hem maar één keer en dan is het zonde om daar een paar tientjes voor te betalen.
Kabel strippen
Waarschijnlijk het eenvoudigste van het hele proces is het strippen van de ethernetkabel. Je ziet aan de zijkant van de UTP-tang twee mesjes zitten. Daar plaats je je kabel tussen, knijpt de tang samen (niet te hard anders knip je hem volledig door) en trekt de kabel er tussenuit. Je ziet nu verschillende kleuren kleinere kabeltjes.
Volgorde bepalen
In principe zijn er twee soorten kabels die je kunt maken, ‘gewone’ ethernetkabel en een crosslink-kabel. Welke kabel je wilt maakt wordt bepaald door de volgorde van de draadjes in de RJ45-stekker. Crossover-kabels worden eigenlijk alleen maar gebruikt wanneer je twee computers aan elkaar koppelt (zonder router of hub) en dat komt bijna niet meer voor. Om die reden maken we een gewone ethernetkabel. De volgorde van de gekleurde kabeltjes voor deze kabel is: oranje/wit, oranje, groen/wit, blauw, blauw/wit, groen, bruin/wit, bruin. Het heeft niet zoveel zin om helemaal uit te leggen waarom die volgorde zo is, belangrijkste is dat je die volgorde aanhoudt. Of zoals je ouders dat vroeger deden: omdat wij dat zeggen.
Stekker maken
Wanneer je de kabeltjes op volgorde hebt gelegd, druk je ze plat, zodat ze kaarsrecht naast elkaar komen te liggen. Vervolgens knip je met de UTP tang de uiteindes van de kabeltjes af (een klein stukje maar) zodat deze allemaal precies even lang zijn. Neem nu de stekker en houd deze vast met de clip naar beneden. Steek de kabeltjes in de besproken volgorde in de stekker en controleer of ze aan de binnenkant niet stiekem van plek zijn gewisseld (dit is het lastigste). Neem hier echt je tijd voor, totdat je de stekker dichtknijpt kun je dit zo vaak opnieuw doen als je wilt. Zitten alle kabeltjes goed? Plaats dan de RJ45-connector in de UTP-tang (hoe dat wijst zich vanzelf) en knijp de stekker zo hard mogelijk samen. Doe nu hetzelfde voor de andere kant van de kabel (onthoud, clip naar beneden anders is de kabel niet aan beide zijden hetzelfde) en voila, je hebt je eigen kabel geknepen. Tijd om te testen. Werkt het niet? Dan knip je het uiteinde eraf en begin je opnieuw. Makkelijk is het niet, maar met geduld zal het je uiteindelijk lukken.
Kabel testen
Wanneer je ook in het bezit bent van een kabeltester, dan is het raadzaam om te testen of alle aders correct zijn aangesloten.
Verbind de Hoofdunit met de Remote Terminator d.m.v. je net gemaakte kabel.
Schakel het apparaat in en druk op de knop voor Auto.
De lampjes gaan nu 1 voor 1 aan en het nummer op de hoofdunit moet overeenkomen met het lampje dat brandt op de Remote Terminator.
Als bij elk nummer aan beide kanten het lampje overeenkomstig met het nummer brandt, is de kabel goed aangesloten en kun je deze gebruiken.